Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Lea zeide: God heeft mij, mij [heeft Hij] [24]begiftigd met een goede gift; ditmaal zal mijn man mij bijwonen; want ik heb hem zes zonen gebaard; en zij noemde zijn naam [25]Zebulon. 24. Het Hebreeuwse woord met het volgende gift, wordt in de Heilige Schrift nergens dan hier gevonden. Het gevoelen van de meesten is, dat dit een bijzondere en voortreffelijke gift betekent. 25. Hebr. Zebulun, dat is, woning of bijwoning.